Escher-biograaf Wim Hazeu

Published On: 18 december 2023

Escher, Italië en Baarn

“Dankzij Mussolini is Escher groot geworden”

Op 8 december schreef de Baarnsche Courant over Eschers biograaf Wim Hazeu, vanwege de nieuwe eigenaar van Eschers auteursrechten. Johan Bosgra sprak verder met hem over de biografie, “Die schreef zichzelf”. Hazeu heeft Escher éénmaal ontmoet, na diens lezing in het Rosa Spier Huis, waar Escher de laatste anderhalf jaar woonde.

Johan Bosgra

“Er zijn weinig mensen die nog nooit een prent van Escher hebben gezien: Vogels en vissen, de naam noemen geeft al een idee van het werk van deze wereldberoemde graficus. Escher (1898-1972) heeft soms de naam een nogal abstract artiest te zijn, bedachtzaam, hoewel onvoorspelbaar. Maar volgens Wim Hazeu was hij een gepassioneerd kunstenaar, die al op jonge leeftijd naar Italië vertrok om zich te laven aan de Italiaanse meesters, om te zwerven van Toscane naar Sicilië en om er te huwen met een Zwitsers-Russische vrouw.

In de beginjaren van zijn kunstenaarschap had “Mauk” Escher veel te danken aan zijn vader. Ik vind Eschers vader een grote figuur in zijn leven. Zijn vader verkocht zijn prenten om aan inkomen voor zijn zoon te komen toen die in Italië woonde. Welke vader doet dat? Zijn ouders gingen na het pensioen in Den Haag wonen, helemaal idolaat van hun zoon, en hebben hem op alle momenten geholpen. Dat is ook zijn geluk geweest. Er moet veel kloppen, voor zoiets moois kan ontstaan. Als je ziet hoe Escher op zijn beurt met zijn zoons omgaat, dat is prachtig. Hij respecteert ze in hun vak en in hun gezinsleven. Het was een mooie relatie en daar houd ik van.

Haasse

En ergens in de biografie heb ik geciteerd dat veel mensen zeiden dat ze bevriend waren met Escher, maar dan zeg ik: Escher had maar één vriend in Baarn en dat was Haasse, vader van Hella Haasse, die op de Nassaulaan woonde.

Voor de urn van Haasse heeft Escher de deksel ontworpen. Ik heb dat doorgegeven aan de Historische Kring. De voorzitter is daar nu mee bezig. Het rare is, er was een brief van een man uit Hilversum. Die man wilde dat graf kopen. En waarom? Dan wilde hij dat deksel uit het graf halen en verkopen. Het is een beetje ‘suspect’, maar die man is inmiddels overleden.

Ik heb de psychiater van Eschers vrouw gesproken. Zij kon niet aarden in Nederland, dat is wel een heel tragisch verhaal. Maar op een gegeven moment ging Escher zelf ook naar de psychiater, want die dacht: het weinige contact wat er nog is met mijn vrouw – Op wie hij in Italië smoorverliefd was – dat ligt misschien aan mij. Toen heeft de psychiater hem duidelijk gemaakt dat het niet aan hem lag. Hij was mantelzorger voor haar. Die taak werd overgenomen door hun jongste zoon in Zwitserland.

Wat ik mooi vind, is dat hij het erg naar zijn zin had in het Rosa Spier Huis. Marten Toonder, over wie ik ook een biografie heb geschreven, ging later ook naar het Rosa Spier Huis en die vond het daar verschríkkelijk! Escher over het Rosa Spier Huis: ‘Heel prettig, als monnik te leven in grote soberheid. Kon een mens zich maar pijnloos doodwerken’

Ik heb in het Rosa Spier Huis een lezing over Escher gegeven en Toonder zat in de zaal, met pantoffels aan. Hij kwam na afloop naar me toe en zei: Goed gesproken, zo is het! Dat ging erover dat Escher geen saaie man was, maar een gepassioneerde kunstenaar. Veel mensen zeggen dat hij mathematicus was, maar daar was hij heel slecht in. Hij maakte bouwtekeningen, waarvan de docent zei: Mooie tekening, maar als we dat huis bouwen, stort het in. Hij is daar gelukkig een ander pad ingestuurd. Dat was de kracht van Delft. Ik kom zelf uit Delft en kwam het liefst bij de studenten Bouwkunde, want die waren echt artistiek bezig.

Hoe Escher op mijn pad kwam

Ik was bezig met de biografie van Slauerhoff en toen Wim Veldhuysen bij me kwam voor een biografie over Escher, vanwege zijn honderdste geboortedag in 1998. Ik raakte toen betrokken bij de Escher Foundation, raakte bevriend met Mark Veldhuysen en we zijn samen met het Haags Gemeentemuseum hard in de weer geweest om die tentoonstelling in Kasteel Groeneveld te krijgen. Naar mijn idee is dat nog steeds de mooiste tentoonstelling ooit aan Escher gewijd. Ik heb toen in drie jaar dit boek geschreven.

Voor de biografie ben ik met mijn vrouw Thera Coppens naar alle locaties gegaan waar Escher is geweest. Rome, Amalfi, Granada, overal waar Escher geweest is, zijn wij ook geweest. In Rome heb ik de tegelvloer gezien die hij voor zijn eigen huis heeft ontworpen. Ik had een heel goed voorschot, wat ik nooit krijg, en kon onbeperkt reizen. Het mooist was Amalfi. Daar zat ik in een tuin en daar was een plaquette waarop staat: ‘Hier ontmoette Escher zijn vrouw’.

Deze biografie was een verhaal dat zichzelf schreef, doordat ik helemaal gefascineerd raakte door het leven van Escher. Hij hielp mij door zijn brieven, die waren een goudmijn. De oudste zoon, die woonde in Canada, was behoudzuchtig en gooide niets weg. Er waren nog twee broers en Escher schreef ze om de beurt.

Brieven zijn voor een biograaf de belangrijkste bron. Ze zijn spontaan geschreven, er zit geen idee bij dat ze later worden gepubliceerd. Een dagboek is een goede tweede en in de derde plaats de orale communicatie met mensen die de figuur hebben gekend. Maar de fantasie kan groter zijn dan de realiteit.

Bijzondere ontdekking

Ik durf te beweren dat Escher door Mussolini groot is geworden. Dat zit zo: hij wilde niet dat zijn kinderen in een Mussolinipakje naar school gingen. Hij vertrok in 1935 naar Zwitserland en miste Toscane en de omgeving van Rome verschrikkelijk. Daar zat hij in dat zwart-witte land wat te experimenteren. Is vervolgens naar België gegaan. Noodgedwongen is hij abstracter gaan tekenen om het verlies van Toscane te compenseren.

In 1941 besloot Escher naar Nederland te verhuizen. Het werd Baarn vanwege het Baarns Lyceum waar hij eerder had geëxposeerd. De glorietijd van al zijn experimentele tekeningen daarna ligt hier. We mogen heel blij en trots zijn dat hij bijna 30 jaar de rust in Baarn vond om dit te doen. De inspiratie haalde hij uit zichzelf. Baarn was een prachtige werkomgeving en dat is het nog steeds.

Dat hij alles zelf drukte maken zijn prenten heel bijzonder. Amerikanen vroegen in de bloeitijd: Waarom laat je geen student drukken? Nee, elke prent drukte hij zelf. Daarom zijn ze ook zo kostbaar. De prijzen voor prenten van Escher zakken niet, ze gaan eerder omhoog.

Escher was een bescheiden kunstenaar. Hij verbaasde zich over zijn eigen succes. Een kunstenaar is iemand die ideeën heeft en discipline, hij had het allebei. Hij heeft geen dag niet getekend. En hij kreeg tot zijn geluk geen trillende handen, wat bij het maken van prenten een voorwaarde is.

Na de lezing in het Rosa Spier Huis sloot Escher af met de opmerking dat hij nog een heel leven kon vullen met het maken van nieuwe prenten. Dat zie ik als iets positief: hij is creatief ín het leven gekomen, want hij was een geboren kunstenaar, en hij heeft creatief het leven verlaten. Hij is niet berustend na een voltooid creatief leven, maar als kunstenaar het graf in gegaan.”

 

Stichting Baarn/Escher

De Stichting Baarn/Escher werkt aan een leerzame wandelapp met game over Maurits Escher. Van 1941 tot 1970 woonde en werkte Escher in Baarn. Hij staat nummer 5 op de lijst van meest bekende kunstenaars uit Nederland. Johan Bosgra is als één van de initiatiefnemers betrokken.